Europese wetgeving
De laatste jaren is steeds meer nieuwe Europese wetgeving tot stand gekomen die ingrijpt op de digitale economie. Ook liggen er vergaande voorstellen die schadelijk kunnen zijn voor het digitale MKB. Het spanningsveld tussen de noodzaak voor digitale innovatie als aanjager van economische groei en de soms ongewenste maatschappelijke neveneffecten van online activiteiten van bijvoorbeeld burgers of statelijke actoren leidt te vaak tot wetgeving die geen rekenschap aflegt van de diversiteit van aanbieders van digitale diensten en digitale platforms.
Concreet betekent dit dat er wetgeving wordt aangenomen of in voorbereiding is die inbreuk maakt op de grondbeginselen van netneutraliteit en het E-commerce richlijn. Deze laatste ontslaat, onder voorwaarden, neutrale aanbieders van digitale infrastructuur zoals hosters of clouddiensten van ex ante aansprakelijkheid als het gaat de activiteiten van hun klanten. Dit is een groot goed: het is cruciaal voor vertrouwen in de digitale economie, en het geeft uiting aan grondrechten als de vrijheid van expressie en de vrijheid van ondernemen. Als dit principe los wordt gelaten, worden digitale dienstverleners in feite handhavers.
De Nederlandse overheid en politiek moeten zich verzetten tegen elke inbreuk op die in de E-commerce Directive geborgde neutraliteit en non-aansprakelijkheid. De nieuwe Auteursrechten richtlijn is wat dat betreft een voorbeeld hoe het niet moet. Providers groot en klein krijgen de verplichting om content gegenereerd op hun infrastructuur door klanten te controleren op inbreuken op auteursrechten. Daarbij is geen onderscheid gemaakt tussen grote, mondiale platforms en kleine, regionaal of louter landelijk actieve providers. Er komt een verplichting om content de beoordelen, wat alleen geautomatiseerd kan, en zelfs dan is het de vraag of dit technisch mogelijk is. Hoe dan ook wordt hiermee inbreuk gemaakt op de private activiteiten van miljoenen internetgebruikers en organisaties en wordt het digitale MKB op forse kosten gejaagd.
Het is van groot belang dat voor nieuwe wetgeving enkele duidelijke kaders in acht worden genomen. Uitgangspunten moeten daarbij zijn dat online bedrijven niet de rol van handhaver en rechter krijgen en dat de neutrale rol van online intermediairs zoals geborgd in het E-commerce Directive gehandhaafd blijft.