Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL), de koepelorganisatie van honderden bedrijven en organisaties in de sector digitale infrastructuur, roept het kabinet op om meer vaart te maken met stimulerend beleid en investeringen ten behoeve van digitalisering, de digitale economie en digitale infrastructuur. Dat is nodig om de Nederlandse toppositie als digitale economie vast te kunnen houden en ons ook in de toekomst van verdienvermogen, werkgelegenheid en welvaart te verzekeren.
De stichting roept op tot meer ambitie bij het verzilveren van de kansen van Nederland in die nieuwe economie. “De rijksbegroting voor 2017 omvat nauwelijks investeringen op het gebied van digitale infrastructuur. Het kabinet riskeert daarmee onze welvaart”, vindt Michiel Steltman, directeur van Stichting DINL.
Het kabinet moet daarom meer vaart maken met het benutten van de sterke positie van Nederland als digitale mainport. Dat omvat de noodzaak voor regie op kabinetsniveau van digitale ontwikkelingen. Samen met het bedrijfsleven moet stimulerend beleid worden ontwikkeld voor digitalisering van bedrijfsleven en overheid, voor informatieveiligheid, de arbeidsmarkt en het aanpassen van wet- en regelgeving.
In aanvulling op de investeringen van de sector zelf moet de overheid zorgen voor de juiste randvoorwaarden: beter onderwijs in digitale en technische vaardigheden, fundamenteel onderzoek, proeftuinen voor onderwijs en next generation internet, de promotie van Nederland als Digital Gateway en het investeren in activiteiten die Nederland een ‘safe place to do business’ maken. Daarnaast is het van groot belang om belemmeringen weg te nemen bij het invullen van de groeiende capaciteitsvraag van vast en mobiel breedband internet.
In de afgelopen decennia verdiende Nederland haar geld dankzij de goede infrastructuur van wegen, spoor, havens en Schiphol. Door gerichte investeringen voor die mainports kon Nederland uitgroeien tot een sterke economie. Maar de economie verandert in hoog tempo. De kansen op groei liggen nu in de digitale wereld. De bijdrage van het internet aan het BNP is in 2016 6%, de omvang van de gehele digitale economie is al 15%. Met het grootste internetknooppunt ter wereld en een datacenter en hosting sector die jaarlijks met tientallen procenten groeit, is Nederland een leider in Europa en ontwikkelde onze digitale mainport zich tot een wereldspeler.
De economische dynamiek komt overeen met die van de fysieke mainports. Investeringen en de juiste randvoorwaarden leiden tot veelzijdige economische bedrijvigheid, groei van MKB en het aantrekken van internationale digitale bedrijven. “Dat vliegwieleffect kan zorgen voor behoud van onze welvaart,” aldus Michiel Steltman. “Maar het beleid en het stimuleren van de juiste randvoorwaarden houdt nog geen gelijke tred met de ontwikkelingen van de digitale economie. Als we niets doen zullen de verdiensten en banen in de digitale sector uiteindelijk bij technologie- en internetbedrijven in andere delen van de wereld terecht komen”.
“Nederland zou bijvoorbeeld als ambitie moeten hebben om warenhuizen van de grote online retailers naar Nederland te halen. Zo kunnen we de krachten bundelen van de digitale infrastructuur, Schiphol en de Rotterdamse haven. De kansen liggen er nu, en als we dit serieus aanpakken kunnen we ook in de digitale eeuw een van de sterkste economieën blijven”, besluit Steltman.