Stichting DINL heeft begin september samen met andere brancheverenigingen en belanghebbenden haar zorgen geuit bij de Nederlandse regering over de voorgestelde uitbreiding van bevoegdheden voor de Nederlandse geheime diensten. Deze uitbreiding is onderdeel van de voorgestelde herziening van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV), die is bedoeld om de diensten naast toegang tot klassieke telecommunicatie ook bevoegdheden te geven voor toegang tot kabel en internet. De wijziging heeft echter tot gevolg dat veel meer bedrijven die actief zijn op het gebied van digitale communicatie met taplasten te maken gaan krijgen en daar kosten voor zullen moeten maken. Daarnaast is onduidelijk wat de overheid met de verzamelde gegevens doet, waardoor het vertrouwen van burgers, consumenten en bedrijven in de digitale sector in Nederland daalt. Ook geeft de wet de inlichtingendiensten bevoegdheden om in te breken bij computers van personen en bedrijven die zelf niet onder verdenking staan, of zulke bedrijven te dwingen om mee te werken aan het ontsleutelen van communicatie en bestanden.
De digitale infrastructuursector wordt op meerdere manieren hard geraakt door deze wijziging: zij moet investeren in apparatuur en software om de taplasten uit te kunnen voeren en moet meewerken aan het uithollen van informatiebeveiliging en het beschikbaar stellen van informatie. Het vertrouwen dat afnemers stellen in een veilige opslag en verweking van hun data loopt daardoor een forse deuk op en als gevolg daarvan kan de groei van de sector en het investerings- en vestigingsklimaat van Nederland als digitale gateway en mainport naar Europa verslechteren.
Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft in een reactie op Kamervragen van D66 Kamerlid Kees Verhoeven over dit onderwerp, geantwoord dat hij deze zorgen serieus neemt en zich bij zijn collega’s van Veiligheid en Justitie en Binnenlandse Zaken hard zal maken voor de belangen van deze snelgroeiende sector en de digitale economie.