Bij afschaffing van de dividendbelasting is de grote vraag waarom het kabinet kiest voor miljardeninvesteringen in bestaande economische activiteiten. Kansen voor nieuw verdienvermogen en de in het regeerakkoord geambieerde digitale koploperspositie blijven onbenut.
In 2013 beschrijft accountant Deloitte in een rapport hoe in slechts 20 jaar Nederland uitgroeide tot een internationale datahub met dezelfde economische karakteristieken als Schiphol en de Rotterdamse haven. Dat begon eind jaren tachtig met de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), nu het grootste internetknooppunt ter wereld. Google en Microsoft bouwden datacenters in Delfzijl en Middenmeer. Facebook, Uber, Twitter en andere grote digitale merken kozen voor Nederland als digitale toegangspoort naar Europa.
Investeren in digitale ambities levert meer op dan afschaffing van dividendbelasting
Nederlandse ‘dot coms’ als Booking.com, Leaseweb, i3d, Takeaway.com en Adyen groeiden uit tot wereldspelers. De circa 200 commerciële datacenters in Nederland huisvesten nu enorme hoeveelheden data en miljoenen sites en diensten. Innovatie kan er goed gedijen, omdat infrastructuur, platforms en data van grote en kleine spelers binnen handbereik zijn. Afnemers in de rest van de wereld kunnen via de goede verbindingen makkelijk worden bereikt.
Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek omvatte de nieuwe ‘kern van de interneteconomie’ in 2015 circa 60.000 bedrijven, goed voor 7.7% van het bruto binnenlands product en met 350.000 banen voor 4.4% van de werkgelegenheid. Deze kern groeit structureel sneller dan de rest van de economie, ongeacht de conjunctuur.
Met unanieme steun voor de D66-motie-Verhoeven riep de Tweede Kamer in 2015 de regering op om werk te maken van die digitale mainport. Als kers op de taart publiceerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in 2016 het rapport ‘Mainports voorbij’ met de conclusie dat investeringen in de bestaande mainports nauwelijks meer groei opleveren. De raad adviseerde het kabinet om het beleid te richten op de nieuwe wereld, en te investeren in digitale infrastructuur en de ‘brainport’ Eindhoven.
Toch besluit het kabinet nu miljarden te besteden aan sectoren die hun grootste groei al hebben gehad. Hoe kan het dat het kabinet kiest voor niet-digitale activiteiten, terwijl er een economische hoofdprijs voor het oprapen ligt?
Journalist, planoloog en geograaf Floor Milikowski zocht onlangs in de Groene Amsterdammer de verklaring bij het Haagse krachtenspel. Bij de ministeries Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat, en aanvankelijk ook bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, vielen bovengenoemde conclusies verkeerd. De ‘usual suspects’ aan de Haagse overlegtafels zien het Nederlandse internet slechts als telecommunicatie: frequenties, kabels, en het aansluiten van consumenten en bedrijven op de rest van de wereld. Dat ook Nederland zelf flink geld kan verdienen met data en diensten staat bij hen ondanks overtuigende cijfers nog steeds niet scherp op het netvlies.
Het kabinet moet investeren in digitale infrastructuur, innovatie, ontwikkeling en fundamenteel onderzoek gericht op digitale technologie
Ondertussen staat de klok niet stil. De onderzoekers van het World Economic Forum geven aan dat Nederland, door het ontbreken van stimulerend beleid voor de digitale economie, in de ‘stall-out’-zone terecht is gekomen. Anders gezegd, de groei dreigt te stagneren, omdat Nederland tevreden achteroverleunt vanuit het idee dat snel internet voor consumenten wel voldoende is.
Vooruitziend kabinetsbeleid heeft er in de vorige eeuw voor gezorgd dat Nederland twee mainports van wereldfaam kreeg. Die successen kunnen we in de 21e eeuw herhalen, maar dan moet het zwaartepunt in de nieuwe wereld liggen. Het kabinet zal dan moeten investeren in digitale infrastructuur, innovatie, ontwikkeling en fundamenteel onderzoek gericht op digitale technologie.
In dat licht bezien heeft premier Mark Rutte gelijk als hij de afschaffing van de dividendbelasting ‘bizar’ noemt. De miljarden kunnen maatschappelijk en economisch een stuk beter renderen als ze worden aangewend voor het bereiken van de digitale ambities uit het regeerakkoord. Het kabinet mag die kans op stimuleren van het nieuwe, toekomstvaste digitale verdienvermogen niet laten lopen vanwege de koudwatervrees voor economische vernieuwing en het krachtenspel rond gevestigde belangen. Het moet, nu het erop aankomt, de keuze maken voor de toekomst.
Dit opinie artikel van DINL directeur Michiel Steltman verscheen op 28 augustus 2018 bij het FD.