Dit artikel van Michiel Steltman, directeur van Stichting DINL, verscheen oorspronkelijk op 14 september 2016 in dagblad Trouw
In oktober 2014 presenteerde de tijdelijke commissie ICT van de Tweede Kamer haar rapport over ICT bij de overheid. De conclusies logen er niet om. De commissie stelde dat de politiek zich onvoldoende bewust is van de grote en brede impact van ICT en dat bestuurders en politiek onvoldoende kennis hebben om hun bestuurlijke en controlerende taken goed uit te kunnen voeren.
De knuppel leek hiermee in het hoenderhok gegooid, maar daarna bleef het oorverdovend stil. Want ICT is geen populair onderwerp. Daar kan je niet mee scoren, is de teneur in de politiek. Zo vertelde een partijvoorzitter onlangs dat ‘techniek in de politiek uiteindelijk geen prioriteit heeft’. Het gevolg is dat Kamerleden met deze dossiers afhaken. VVD-er Bart de Liefde vertrok naar Uber en PvdA-Kamerlid Astrid Oosenbrug vertrekt in maart. Het resultaat is dat steeds minder kennis van zaken over het onderwerp overblijft.
Ik vind het gebrek aan politieke interesse voor ICT een ernstig probleem. Politici en bestuurders die geen oog hebben voor de enorme implicaties van de huidige ontwikkelingen voor de samenleving, verloochenen hun mandaat. Hun achteloosheid is daarom een bedreiging voor onze democratie.
Huidige ontwikkeling vergelijkbaar met industriële revolutie
ICT gaat allang niet meer alleen over computers op bureaus en systemen in de kelder van ministeries en bedrijven. Het gaat ook over het internet met alle digitale infrastructuur, een enorme industrie van toepassingen en digitale platforms, gigantische hoeveelheden data en miljarden ‘slimme’ apparaten. In slechts 15 jaar is een innovatie ontstaan die vrijwel alle aspecten van de samenleving raakt. Als historici over 100 jaar terugkijken dan zullen ze een ontwikkeling zien die sterk lijkt op de industriële revolutie. De manier waarop maatschappij en economie georganiseerd waren, veranderde toen ingrijpend. Dit leidde tot verlies van werk, maar creëerde ook kansen en innovaties die uiteindelijk leidden tot grotere welvaart voor iedereen.
Technologie zorgt nu voor een soortgelijke ontwikkeling. Het koopgedrag van consumenten, mobiliteit, communicatie, energie, de zorg, de interactie van burgers en bedrijven met de overheid zelf – en nog vele andere facetten van de samenleving hebben een nieuwe inhoud gekregen of zullen dat nog krijgen. Die veranderingen hebben invloed op de economie, de arbeidsmarkt, de persoonlijke levenssfeer, op veiligheid en zelfs op de internationale verhoudingen, zoals recent nog bleek uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2016 van het Nationaal Cyber Security Centrum.
Gebrek aan visie is gevaarlijk
De geringe aandacht voor deze thema’s zien we terug in recente debatten en wetsvoorstellen, die de plank compleet misslaan. Ze zijn vooral reactief en niet gebaseerd op een toekomstvisie. We herinneren ons nog de verfoeide cookiewet, het resultaat van een halfbakken compromis en daarmee een lapmiddel dat uiteindelijk niets aan de bescherming van onze privacy heeft bijgedragen. De nieuwe wetsvoorstellen voor de inlichtingendiensten en justitie zullen in hun huidige vorm onherstelbare schade toebrengen aan het vertrouwen in de digitale economie, waar Nederland afhankelijk van is geworden. Ook de verouderde kijk op persoonsgegevens en de lauwe reactie op het baanbrekende advies ‘De publieke kern van het internet’ van nota bene de eigen Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid laten zien dat men de impact van verkeerd beleid flink onderschat.
Dat alles roept vanzelfsprekend veel weerstand op bij degenen die wel begrijpen hoe dit alles onze welvaart, persoonlijke levenssfeer en veiligheid raakt. Een publieke consultatie op de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten leverde maar liefst 1500 reacties op, een record. En dat privacy organisatie Bits of Freedom schouder aan schouder met aartsvijand Google optrekt om nieuwe ongelukken te voorkomen vind ik een duidelijk signaal dat de politiek niet voldoende in staat is om een adequate visie te ontwikkelen op de impact van digitalisering op economie, veiligheid en samenleving.
Het is daarom de hoogste tijd dat bij zowel overheid als politiek het thema digitalisering in brede zin op de agenda komt. Nederland heeft een uitstekende uitgangspositie om te kunnen profiteren van de ontwikkelingen. Een visie op de digitale samenleving hoort daarom een prominent onderwerp te zijn in partijprogramma’s, en vereist regie op kabinetsniveau. Maar de aanloop naar de volgende kabinetsperiode geeft vooralsnog weinig hoop.
Tot nu toe heeft alleen D66 een serieuze digitale visie in haar programma opgenomen, en de PVV serveert innovatie zelfs af als irrelevante en weg te bezuinigen onzin. Niemand waagt zich aan een serieuze visie op ons verdienvermogen in een digitale wereld en hoe we daarin met thema’s als arbeidsmarkt en veiligheid om moeten gaan. In zo’n klimaat valt het Minister Kamp nauwelijks te verwijten dat zijn huidige digitale agenda nog weinig ambitie toont.
Ondertussen staan de ontwikkelingen niet stil. Politici en bestuurders zullen gaan merken dat de factor ICT en de effecten van de digitale wereld in alle economische en maatschappelijke debatten een rol gaan spelen. Zij moeten zich realiseren dat ze hun taken slechts kunnen uitvoeren als ze weten waar dat over gaat. Dat vraagt om kennis van zaken, visie, ambitie, en de wil om samen met het bedrijfsleven en de digitale sector beleid te ontwikkelen. De welvaart en veiligheid van Nederland staan immers op het spel.