Christian Van Thillo, ceo van de Persgroep en voorzitter van de raad van Europese uitgevers, huilt in zijn opiniestuk in het FD (16 juli 2018) krokodillentranen over een aangenomen motie in het Europees Parlement. Dat besloot op 5 juli dat het nieuwe Europese copyrightvoorstel te ingrijpend is om buiten het parlement om in de achterkamers af te kaarten, en vond een plenaire behandeling meer op zijn plaats. Van Thillo heeft gelijk dat de toekomst van de vrije pers op het spel staat. Maar niet vanwege de ‘diefstal’ waar hij over spreekt, maar door de ingrepen in de vrijheid van meningsuiting die het gevolg zullen zijn van het EU-voorstel mocht het worden aangenomen. De kwestie draait om de introductie van de zogenoemde ‘linktaks’ en de aansprakelijkheid van internetproviders voor copyrightschendingen van hun klanten of gebruikers.
De linktaks is bedoeld om extra inkomsten te genereren voor rechthebbenden. De filmindustrie en grote uitgevers hebben bij de EU geklaagd dat zoekmachines en platforms zoals YouTube veel geld verdienen aan verwijzingen naar hun content, en dat vinden ze oneerlijk. Volgens het EU-voorstel moeten internetbedrijven en platforms geld gaan afdragen voor verwijzingen en voor zogenoemde ‘snippets’, beelden en fragmenten uit het copyrighted materiaal die bij de links horen en bijvoorbeeld door het ‘plakken’ van linkjes in posts ook op hun servers terechtkomen.
‘Automatische filters zullen parodieën, citaten, imitaties en memes voortaan gaan blokkeren’
Bij de tweede maatregel gaat het om het schrappen van Europese wetgeving uit 2001. Daarin worden internetserviceproviders, hosting- en cloudbedrijven gevrijwaard van aansprakelijkheid voor de acties van klanten en gebruikers. In het nieuwe voorstel blijft die vrijwaring alleen bestaan als een provider ‘passende maatregelen’ treft om te verhinderen dat door copyright beschermd materiaal online komt. Dat betekent dat providers van foto- en videosharingplatforms maar ook hosters en cloudproviders, kortom iedereen die het uploaden van content direct of indirect faciliteert, aansprakelijk kan worden gesteld, tenzij ze uploadfilters installeren.
Er is weinig fantasie voor nodig om voor te stellen wat dat in de praktijk betekent. Organisaties zoals Brein staan nu al bekend om hun disproportionele claims bij partijen die, vaak uit naïviteit, een copyrighted plaatje online zetten. Om zulke claims te voorkomen moeten providers gaan controleren wat hun gebruikers doen, moeten ze het plaatsen van links en snippets door hun gebruikers beletten of moeten ze daarvoor geld gaan afdragen. Dat betekent dat zoekmachines niet meer zomaar alles mogen laten zien en dat alle uploads van consumenten en bedrijven moeten worden geverifieerd bij mediabedrijven.
De EU doet de volstrekt irreële aanname dat de, overigens peperdure, filtertechnologie onfeilbaar is. Uploadfilters kunnen geen goed onderscheid maken tussen copyrightschendingen en parodieën, imitaties of citaten. Omdat providers aan de veilige kant moeten blijven om hoge claims te voorkomen, zal de consument bij het uploaden van een meme, parodie, foto, tekst, muziekje of video steeds vaker een foutmelding gaan zien. Automatische filters die hun besluiten moeten nemen op basis van informatie van uitgevers zullen zulke parodieën en memes in het vervolg gaan blokkeren.
‘Van Thillo zet in op het beschermen van partijen die de digitale boot hebben gemist’
Tegenstanders spreken dan ook over ‘the censorship machine’. De optelsom van aansprakelijkheid en te voorzichtige filters heeft onvermijdelijk effecten op de vrijheid van meningsuiting. Het is dan ook geen wonder dat er omvangrijk verzet is tegen deze maatregelen vanuit maatschappelijke organisaties, wetenschap en de Europese internetsector. Tijdens het Bulgaarse voorzitterschap heeft de lobby van uitgevers geprobeerd om het controversiële voorstel buiten het parlement om bekrachtigd te krijgen. Het woord is nu, terecht, aan het Europese Parlement. Het is te hopen dat de parlementariërs inzien dat het niet gaat om het redden van de vrije pers. Of om het tegengaan van online onrechtmatigheden, iets waar de gehele internetsector wel degelijk aan wil meewerken.
Het gaat om een ordinaire lobby voor meer geld. Van Thillo zet in op het beschermen van partijen die de digitale boot hebben gemist en nu met afgunst kijken naar de nieuwe verdienmodellen. Daar mag de vrijheid en openheid van het internet niet voor worden opgeofferd.
Dit opinie artikel van DINL directeur Michiel Steltman verscheen op 25 juli 2018 bij het FD