Op 12 januari j.l. bepaalde de rechtbank midden-Nederland dat ook KPN, T-mobile, Tele2, Zeelandnet en CAIW internetverkeer naar torrentsite The Pirate Bay (TPB) moeten blokkeren. Al eerder werden Ziggo en Xs4all door de Haagse rechter opgedragen de toegang te blokkeren.
The Pirate Bay is een website die lijsten bijhoudt van plekken waar je illegale films en muziek kan vinden. De site werd al eerder veroordeeld voor het faciliteren van copyrightschendingen. Maar Justitie slaagde er niet in die uitspraak uit te voeren en de site bleef in de lucht. Daarom kwam de rechter tot de conclusie dat er moet worden ingegrepen in het Internet zelf.
Vaststaat dat TPB zich bewust richt op faciliteren van onrechtmatigheid. De discussie gaat dan ook niet over de vraag of TPB door moet kunnen gaan. De vraag is of ingrijpen in de infrastructuur toelaatbaar is als de reguliere handhaving faalt. De afweging van de rechter is dat er sprake is van grootschalige onrechtmatigheid en dat alle andere middelen om te handhaven falen. De Telegraaf nam dat in september over in zijn redactioneel commentaar: ‘Een goede zaak. Er is sprake van ordinaire diefstal, en dan is internetvrijheid van ondergeschikt belang’.
Grootschalige diefstal
Er is zeker sprake van schending van auteursrechten. Maar dat maakt het nog geen grootschalige diefstal, zoals auteursrechtenorganisatie Brein en de Telegraaf stellen. Want vorig jaar dook uit een la in Brussel een onderzoek op van de EU met de conclusie dat schade door downloads niet bestaat. De muziek- en filmproducenten claimen namelijk elke illegale download als gemiste omzet. Ze gaan voorbij aan het feit dat de gemiddelde downloader niet voor de legale versie gaat betalen. Soms omdat er door geoblocking geen legale onlineversie is, of omdat de downloader er op dat moment geen geld voor over heeft. Tel daarbij op wat het Instituut voor Informatierecht in 2012 al constateerde: downloaders van illegale content maken vaker gebruik van legale onlinekanalen en bezoeken vaker bioscopen en concerten dan Internetgebruikers die geen illegale content downloaden.
Onrechtmatig
Dat maakt TPB niet minder onrechtmatig, maar zet het ingrijpen in de kern van het internet voor een handhavingsprobleem met beperkte impact wel in een ander licht. Vergelijk het met ingrepen in de fysieke wereld. Stel, de rechter zou Rijkswaterstaat opdragen om afritten van de snelweg te blokkeren om de toegang naar een bedrijf dat zich bezighoudt met onrechtmatige activiteiten zoals wietteelt, te voorkomen. Met als argument dat het via juridische procedures niet lukt om dat bedrijf gewoon te sluiten. Je zou het elektriciteits- of waterleidingbedrijf dan kunnen verplichten om in te grijpen om wietteelt te stoppen. PostNL kan je opdragen om spookfacturen tegen te houden. En ga zo maar door.
Buitenproportioneel
Bij deze voorbeelden is meteen duidelijk dat dat buitenproportioneel is. Justitie kan maar zeer beperkt een beroep doen op private partijen om de wet te handhaven. En terecht, want die rol hoort in een rechtstaat niet thuis bij het bedrijfsleven. Maar het internet wordt anders beoordeeld. De rechter ziet ook over het hoofd dat het internet in essentie ook infrastructuur is en dat daarom de proportionaliteit veel zwaarder moet wegen. Het internet is inmiddels net zo belangrijk voor de economie als het wegennet en veel belangrijker dan de reguliere post. De innovatie die in Nederland op gang is gekomen dankzij het internet is enorm. 25 procent van onze economie is indirect al afhankelijk van het internet.
Internetbedrijven zelf zijn goed voor 7.7 procent van de economie en voor 4,4 procent van de werkgelegenheid, becijferde het CBS in 2016. Die snelle groei komt simpelweg doordat iedereen, van ZZP’er tot corporate, kan vertrouwen op het internet en op ongehinderde toegang tot alles wat je daarop kan vinden. Dát is de essentie van een open en vrij internet. Het is de basis van onze huidige en toekomstige economische groei. Daarin ga je niet ingrijpen, en al helemaal niet voor zo‘n kwestie als deze, waarin de belangen van een kleine groep nu prevaleren boven die van alle andere gebruikers van deze infrastructuur.
Bescherming
Handhaving op het internet behoort daar te gebeuren waar het probleem werkelijk zit. En dat is niet bij publieke infrastructuur. Daarom moeten we serieus werk maken van bescherming van het internet, precies zoals de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat in haar rapport ‘protecting the public core of the internet’ heeft geadviseerd. Het moet niet bij mooie woorden blijven. Internet is infrastructuur en dat moet worden vastgelegd in een stevige juridische bescherming, zodat partijen die dit soort ingrepen willen geen kans meer hebben bij de rechter. Het is hard nodig voor de bescherming van onze economische toekomst.
Dit artikel van Michiel Steltman verscheen op 22 januari jl. bij AG Connect.