De coronacrisis stelt Nederland op de proef. Het verloop is onzeker en door de forse maar verstandige overheidsmaatregelen is het economische en maatschappelijke verkeer ingrijpend veranderd. De digitale sector van Nederland, de cloud- en hosting providers, datacenters, access netwerken en talloze dienstverleners stellen Nederland in staat om te schakelen naar een nieuwe realiteit. De meeste Nederlanders kunnen zonder noemenswaardige problemen thuiswerken, leren, gamen, en entertainment vinden. Iets dat in andere Europese landen niet altijd vanzelfsprekend is. Nederland blijkt in de basis over voldoende robuuste digitale voorzieningen te beschikken. De sporadische capaciteitsproblemen zitten bij de diensten of software, en niet in de digitale infrastructuursector zelf.
Ruim voldoende netwerkcapaciteit in Nederland
Ook de zorgen van de EU rondom het streamen van video in combinatie met thuiswerken zijn voor Nederland niet relevant. Er is voldoende capaciteit. Enerzijds wordt daarmee geanticipeerd op groei, anderzijds is die capaciteit bedoeld om zonder problemen storingen op te vangen. De kernnetwerken van Nederland kunnen duizelingwekkende hoeveelheden data aan. Dankzij de hoge concentratie van datacenters in Nederland hoeft data in veel gevallen ook geen lange afstanden te overbruggen. De grote hoeveelheid video on demand wordt bijvoorbeeld gewoon vanuit zogenaamde “caching” in lokale datacenters in Nederland geleverd. Dat sommige aanbieders nu de kwaliteit van hun streams in Europa terugschroeven is prijzenswaardig als het gaat om het voorkomen van bottlenecks in andere landen, maar voor Nederland is het niet echt nodig.
Het geeft vertrouwen dat de digitale infrastructuur van Nederland opgewassen is tegen de gevolgen van een crisis van deze omvang. Maar dat is geen reden tot schouderklopjes en zelfgenoegzaamheid. We doen net als van iedere Nederlander verwacht mag worden onze plicht, in lijn met overheidsrichtlijnen, en dragen zo ons steentje bij aan het vinden van een werkbare modus operandi voor Nederland in de komende weken, misschien maanden. We doen als sector ons uiterste best om Nederland gebruik te kunnen laten maken van de digitale diensten die nu zo hard nodig zijn.
Knelpunten
Natuurlijk komen we ook knelpunten tegen. Zo bleek het nog onvoldoende duidelijk in hoeverre bedrijven in deze sector tot vitale infrastructuur behoren. En dus of medewerkers onder de vitale beroepen vallen die van bepaalde uitzonderingen gebruik kunnen maken, bijvoorbeeld voor kinderopvang. De wettelijke kaders voor “vitaal” zijn nog gebaseerd op de klassieke benadering van IT, als een specifieke functie van niet-IT bedrijven. Maar die insteek is achterhaald. In de praktijk is er vrijwel geen proces te bedenken in het openbare leven dat niet afhankelijk is van datacenters, hosting of cloud. Die moeten dus, net als telecom en elektriciteit, gewoon werken voor iedereen. Inmiddels is door een pragmatische en hulpvaardige inzet van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een compromis gevonden waardoor onze sector ondanks de restricties gewoon door kan draaien. Meer hierover is te lezen in dit nieuwsbericht.
Wij wensen iedereen die wordt geconfronteerd met de negatieve, ingrijpende gevolgen van de coronacrisis veel sterkte in deze tijd. Als sector doen we wat we kunnen om economie en maatschappij digitaal draaiende te houden en de gevolgen te beperken.
Michiel Steltman, directeur Stichting DINL